Grootstedelijke Context
Actieradius
Afstand die iemand kan/wil afleggen voor leisure
Verzorgingsgebied
Het gebied waarvoor het specifieke aanbod verzorgfunctie heeft
*Speeltuin in een wijk = voor specifiek die wijk --> klein verzorgingsgebied
*Bekend restaurant = voor een breed publiek --> groot verzorgingsgebied
*Publieke sector: Verzameling van alle (semi) overheidsinstanties
*Private sector: Bedrijven, financiële instellingen en particulieren.
Alles wat niet in handen is van de overheid.
Leisure als middel:
-Om je eigen identiteit te ontwikkelen
-Om je stad op de kaart te zetten
-Om merkbekendheid te genereren
-Als strategie van maatschappelijke vraagstukken enz.
"onbekend maakt onbemind"
Modellen
Websites & Beeldmateriaal
Verklaringsmodel voor vrijetijdsgedrag
Drie golven die tot toenamen van tijdruimtelijke mogelijkheden hebben geleid (gebaseerd op Mommaas, Van den Heuvel & Knulst):
- Eerste golf = Opkomst trein, telegraaf, film (rond 1900)
- Tweede golf = Opkomst auto, televisie (rond 1945)
- Derde golf = Opkomst massaal vliegverkeer (rond 1990)

De toegenomen tijdruimtelijke mogelijkheden hebben geleid tot de opkomst van het massale vrijetijdsverkeer en het internationale toerisme.
Re-urbanisatie/verdichting:
-Steden dijen niet langer uit in de vorm van nieuwbouwwijken aan de randen van de stad, maar herondekken de bestaande (binnen)stad als interessante woonlocatie.
-De opknapbeurten van oude stadwijken wordt gentrificatie genoemd.

Suburbs:
Gebieden die ver van de historische kern van de de stad liggen, maar nog wel bij de stad betrokken zijn.

Serendipiteit:
Het idee van onverwachte ontmoetingen creëren.

Vrijetijdsgedrag:
Wat we willen, afhankelijk van wat we kunnen en wat we mogen.
Manieren hoe steden in de loop van de jaren zijn gegroeid

Tuindorpen/tuinwijken:
Stadswijken waarvan de huizen en straten het karakter hebben van een dorp.

Annexatie:
De dorpen die bij een stad worden getrokken omdat de stad zich zo ver uitbreid dat die dorpen nu ook bij de stad worden betrokken.

Wederopbouwwijken:
Grote verzamelingen van hoge flatgebouwen, vaak omgeven door veel groenstroken.

Consumptieruimte:
Als mensen naar je stad komen om geld uit te geven

Productieruimte:
Als mensen naar je stad komen om geld te verdienen
Elementen die een stad tot een aantrekkelijke (leisure)belevenis kunnen maken:

-Authenticiteit: Een herkenbare identiteit in een stad.

-Contact en ontmoeting: Stad moet ontmoetingen tussen gebruikers van de stad faciliteren en stimuleren.

-Participeren en ontsnappen: De consument moet het gevoel hebben dat die zelf zijn rol in de belevenis kan bepalen.

-Spel: Speelplekken creëren in de stad - ook voor volwassenen (cultureel aanbod, nachtleven, parken, pleinen)

-Prikkeling en emotie: Stad moet zich bewust zijn van de zintuigelijke ervaringen en emoties van de gebruiker en daar slim op inspelen

-Zelfontplooiïng en inspiratie: De stad moet een omgeving zijn waar het eenvoudigst cultureel, sociaal en economisch kapitaal kan worden opgedaan.

-Veiligheid en herkenning: De consument moet de juiste informatie van de stad hebben, op zijn gemak voelen en voldoende herkenningspunten tegenkomen.

-Perceptie van hier-en-nu: Stad moet dingen kunnen aanbieden die consumenten alleen in hun eigen stad kunnen beleven.
'City making is Art, not Science'
Julian Schaap: Waar is de lelijkheid gebleven?
'Schoonheid is 'in the eye of the beholder', maar toch is dit minder vaak een individuele aangelegenheid dan algemeen aangenomen'.
*https://nos.nl/op3/artikel/2178292-waarom-we-allemaal-in-de-grote-stad-willen-wonen
*https://archive.curbed.com/2016/9/22/13019420/urban-design-community-building-placemaking
*https://openrotterdam.nl/
Een keet